Ben je op zoek naar een stevig ontbijt voor na een avontuurlijke nacht in de bergen? Dan is het Pyreneeën kampioenen ontbijt precies wat je zoekt.
Het recept
Dit recept ontstond tijdens een off-road avontuur door de Pyreneeën en is sindsdien een favoriet gebleven voor wie een stevige maaltijd kan gebruiken.
Ingrediënten (per persoon)
- 1 oud brood (bij voorkeur vloerbrood of stokbrood)
- 200 ml Tempranillo rode wijn
- 2 takjes verse tijm
- 1 eetlepel olijfolie
- 3 eieren
- ⅓ chorizo worst
- Peper en zout naar smaak
- 1 sinaasappel
Bereidingswijze
- Verwarm een pan en voeg de olijfolie toe
- Voeg de tijm aan de warme olie toe
- Snijd de chorizo in stukjes en bak deze krokant in de olie
- Als de worst krokant is, breek je de eieren erbij en roer je alles door elkaar
- Breng op smaak met peper en zout
- Verwijder de tijmtakjes
- Breek het brood in stukken en dip deze kort in het braadvet voor extra smaak
- Schep het ei-worst mengsel op een bord
- Schenk de wijn in een glas
- Pel de sinaasappel
Serveren
Dip tijdens het eten het brood in de wijn om het zacht te maken. De sinaasappel dient als frisse afsluiter.
Pro tips
- Gevoelig voor maagzuur? Laat dan de sinaasappel, alcohol of chorizo achterwege
- Bij een stevige kater: blijf nog even liggen in foetushouding
- Frisse berglucht doet wonderen bij het herstel
Het verhaal achter het recept
Een aantal jaren terug waren we op reis door de Pyreneeën. We begonnen helemaal rechts op de kaart van Spanje aan de Middellandse zee en zouden off road binnen een paar dagen uitkomen aan de andere kant van het land.
Dit is werkelijk een prachtig gebied en je ziet op zo’n reis alles van besneeuwde bergtoppen, stuwmeren, middeleeuwse steden tot woestijn, watervallen en heel veel kleine dorpen met hun eigen lokale drank. Dat laatste zie je uiteindelijk vaak dubbel en vormt tevens de aanleiding van dit recept.
Op deze reizen wisselen we vaker het slapen op bivak af met zo nu en dan een kleine B&B of hotel om zo toch enigszins fris en fruitig te blijven. Na een koude nacht bivakkeren we onderweg naar het volgende dorp in de hoop daar een slaapplaats te kunnen vinden, maar de dag liep ietsje anders dan gepland.
We kwamen na veel geploeter onderweg uit op een van de hogere toppen van het berggebied. Gelukkig lag er geen sneeuw, echter was er niets te vinden behalve een kale vlakte.
In ons roadbook stond aangegeven dat als we nog hoger zouden we een berghut zouden noemen, ook wel refuge genoemd.
We hadden meer dan genoeg eten en drinken mee om door te kunnen rijden en kwamen na een uur of 2 hobbelen aan bij deze refuge. Groot genoeg om ons vieren te voorzien van onderdak met een bankje wat de volgende dag een spetterend uitzicht zou geven. De deur moest je bijna open trappen want die klemde en het raam… daar kon je beter niet veel aanzetten dan bleef het glas intact.
Het was al later op de dag en er waaide een stevige en koude wind. De refuge beschikte over een open haard, echter had de vorige bezoeker de voorraad niet aangevuld.
Onze maaltijd zou bestaan uit heerlijke biefstukken met gegrilde groenten en een degelijke aanvulling van Tempranillo dus een beetje vuur was wel gewenst. Onderweg wisten we dat er geen hout te vinden was, de berg was jaren verlaten en het enige wat we konden bedenken waren de oude paaltjes van wat ooit een weide was geweest.
Deze waren eerder die dag gebruikt als houvast voor een ‘grote boodschap’. Wetende dat niemand deze zou missen, werden de nodige paaltjes op de auto geladen en reden we opnieuw terug de berg op. Een van de mooie dingen aan dit gebied is de uitbundigheid aan tijm die hier wordt gekweekt maar vanwege de wind zich goed verspreidt.
Op een winderige dag hangt de warme lucht van het kruid in de lucht. Met regelmaat werd er een bosje geplukt en op de auto meegedragen, lekker! De wind was inmiddels toegenomen en het was zelfs met een jas erg koud.
Gelukkig bevatten de palen een minder gezonde hoeveelheid olie en zouden deze in elk geval goed branden.
Door het dolle heen met deze enorme voorraad stookklare palen werd de openhaard zacht gezegd goed warm gestookt. Wat we niet hadden gezien was dat de schoorsteen boven was dichtgestopt met stenen aan weerszijden, waarschijnlijk stond de wind die avond ervoor anders. Het directe gevolg was dat de rook terug de refuge in sloeg.
De rook die vrij kwam van het carboleum sloeg ons goed op de adem, en de deur die klemt werd met de nodige “liefde” toch snel geopend. De wind waaide op een manier wat ik zelfs als Zeeuw zijnde nog nooit had meegemaakt, het was een kwestie van aan de ene zijde je billen opwarmen terwijl je als een vis op het droge buiten moest luchthappen.
Na 10 minuten bijkomen en de tranen in de ogen besloten we het vuur te doven en de palen dermate klein te zagen dat ze dit keer wel in de haard pasten. Je zou zeggen dat iemand die ondertussen de kampvuur blogs schrijft wel weet hoe je een vuur moet maken, al doende leert men zullen we maar zeggen.
We vervolgden de rest van onze avond en tegen een uur of twee was het wel goed geweest. We legden nog een blokje of twee in de haard zodat we het in elk geval tot een uur of zes warm zouden hebben.
Dat ’s nachts de wind zou draaien en de rook weer naar binnen zou komen wisten we toen nog niet. Zo nu en dan werd er in de nacht enigszins beneveld gechecked of iedereen nog een regelmatige hartslag had en wonder boven wonder zagen we de zon vroeg in de ochtend opkomen. Verre van een verstandige nacht, maar wel eentje die we gelukkig kunnen navertellen!
OutdoorOnly verdict
Dit ontbijt is niet voor de gevoelige maag, maar perfect voor wie na een avontuurlijke nacht in de bergen weer op krachten wil komen. De combinatie van eiwitten, koolhydraten en een vleugje “hair of the dog” maakt dit een beproefd recept voor de echte outdoor liefhebber.